Met de grondwetswijziging van 1848 had de adel in Nederland formeel geen politieke macht meer. Toch bleef er nog een hoog aantal edelen in leidinggevende posities in bestuur, politiek, leger en diplomatieke dienst. Voor een groep die nog geen 0,1 procent van de bevolking uitmaakt is haar invloed zelfs onevenredig groot. Ons land is ondanks het toenemend aantal Nederlanders met stemrecht in 1911 altijd nog een standenmaatschappij. Wel is de katholieke adel wat betreft omvang, invloed en rijkdom veel minder sterk dan de hervormde broeders met blauw bloed. Vandaar dat zijzelf de bestrijding van hun achterstelling in leidinggevende posities als hoofdoorzaak van de oprichting en groei van de Orde in Nederland zien. Daarmee is de strijd voor de katholieke zaak belangrijker dan het adellijk – of meer nog ridderlijk – sentiment en het appèl om goede werken te doen voor de medemens. Vanuit deze optiek van katholieke emancipatie is ook het streven naar eigen R.K. organisaties van verpleegsters en hulpverleners begrijpelijk evenals de felle aanklachten en afbakeningen ten opzichte van het neutrale Rode Kruis.
De periode tot 1918 kenmerkt zich vooral door groeiend zelfbewustzijn en legitimiteit van de Orde in Nederland. Initiatiefnemers als Wittert en Van Voorst hebben beiden sterke maatschappelijke posities en rechtstreeks toegang tot de kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders om zaken aan te kaarten en te regelen. Ook onderhouden zij korte lijnen met hof, regering en leger
Tijdens het interbellum is de overheid katholieken en hun organisaties nog steeds niet gunstig gezind. Ordeleden blijven, evenals niet-adellijke geloofsgenoten, tegen de maatschappelijke achterstelling strijden. Op intellectueel gebied werpt de emancipatie duidelijk vruchten af: denk aan een katholieke politieke partij (RKSP) als regeerpartij en het hoger onderwijs (Katholieke Universiteit Nijmegen en Katholieke Hogeschool Tilburg). Diverse Ordeleden spelen op persoonlijke titel een rol van betekenis in de emancipatie (onder meer als Kamerlid, of gouverneur), maar wel zonder de dan aanzienlijk gekrompen Orde in Nederland als relevante maatschappelijke factor hierin.
Vanaf de oprichting zijn de Orde in Nederland en de R.K. kerk nauw met elkaar verweven. Als religieuze orde met spirituele en kerkelijke doelstellingen is het is heel vanzelfsprekend dat de Orde geestelijken opneemt in haar gelederen. Zo telt de Orde in Nederland vanaf 1911 erekapelaans, die allen een adviserende en ondersteunende rol hadden en hebben, ook naar individuele Ordeleden. Zij begeleiden spirituele activiteiten van de Orde, waaronder als belangrijkste de jaarlijkse bedevaart naar Lourdes en dragen de pontificale mis op ter gelegenheid van de installatie van nieuwe Ordeleden voorafgaand aan de jaarlijkse Ridderdag.
Sinds jaar en dag is het kapittel ook bij katholieke kerkelijke plechtigheden aanwezig. Deze lopen uiteen van deelname aan processies, viering van priesterjubilea, de installaties van bisschoppen tot aan audiënties bij de paus.
De Soevereine Militaire Hospitaal Orde van Malta (S.M.H.O.M.) is een wereldwijde organisatie met een lange geschiedenis. Het bieden van hulp is de missie van de Orde. Zij doet dat al 900 jaar in dienst van de zieken, maar nu op hedendaagse wijze, vanuit de nationale associaties wereldwijd en vormgegeven door haar leden, samen met talloze vrijwilligers
Lees meer >
Kanselarij van de S.M.H. Orde van Malta – Associatie Nederland
Maltezerhuis
Nieuwegracht 14
3512 LR Utrecht
Maltezerhuis, Nieuwegracht 14, 3512 LR Utrecht
Chef de Bureau: Dhr Cas de Quay
Tel: 030 – 2314615 | Email: ordevanmalta@planet.nl