Kerstboodschap van de Vorst-Grootmeester
Beste Leden en Vrienden van de Orde,
Vanuit het Grootmagistraat in Rome, in vreugdevolle verwachting van de geboorte van onze Verlosser, zend ik u allen mijn beste wensen voor een heilige en vreugdevolle Kerst.
Het is even belangrijk als moeilijk om de boodschap van Kerstmis dicht bij ons hart te houden. Dat wil zeggen, het goede en vreugdevolle nieuws dat de redding nabij is, ondanks al het verdriet en de pijn die onze lijdende en gebroken wereld treffen. Want hoewel er een kerstvreugde is die niet onderdrukt kan worden, zijn er miljoenen mannen en vrouwen die, uitgeput en hongerig, deze Kerstdag onrustig zullen doorbrengen zonder een thuis, gezondheid of familie. Mijn gedachten en gebeden gaan uit naar deze vergeten mensen, verschoppelingen die vaak onzichtbaar voor ons blijven, ook al staan ze duidelijk voor onze ogen.
Voor de leden, vrienden en medewerkers van de Orde is dit een seizoen om moed te vatten, aandacht te hebben voor onze omgeving, en te beseffen dat er in armoede en zwakte rijkdom en kracht te vinden zijn. Vanuit de meest nederige oorsprong kan het meest heilzame gebeuren in de menselijke geschiedenis voortkomen: de geboorte van het Christuskind. Dit is een tijd voor ons om niet de ellende van degenen die wij dienen te zien, maar de schoonheid van hun zielen, hun Christus-gelijke natuur. Het is een tijd om het Christuskind te zien in de pasgeboren baby’s in onze ziekenhuizen en Onze Lieve Vrouw in de angstige gezichten van jonge moeders, bezorgd over hoe zij hun kinderen zullen voeden.
Het beeld van onze God, die mens wordt in de eenvoud van een kribbe, helpt ons de betekenis van ons werk opnieuw te ontdekken: het brengen van waardigheid, menselijke warmte, zorg en nabijheid aan allen die gevangen zitten in armoede, ziekte en conflict. Laten we dit kerstfeest een moment nemen om te bidden voor onze leden, medewerkers en vrijwilligers, die in de verste uithoeken van de wereld zich in dienstbaarheid wijden aan het verlichten van lijden, terwijl zij zoveel armen en gemarginaliseerden begeleiden in hun eenzame en moeilijke levensreis. Hierin zien we zo duidelijk ons leidende principe: Tuitio Fidei et Obsequium Pauperum, oftewel: “Het verdedigen van het geloof door dienst aan de armen.”
Aan het einde van 2024 kijken we met zorg en hoop naar de gebeurtenissen in het Heilig Land, waar Jezus opgroeide en de boodschap van redding en liefde verkondigde, en waar onze Orde meer dan 900 jaar geleden werd geboren. Vooral in Gaza overwegen we een levende kerststal, met duizenden gezinnen die zonder onderdak slapen, wachten op voedsel, en als ongewenste vluchtelingen worden afgewezen. Ons werk brengt ons midden in deze chaotische, moderne “kerststal”. Toch slagen wij erin, met de onschatbare hulp van de Latijnse Patriarch van Jeruzalem, voedsel en tijdelijk onderdak te bieden aan de verworpen en ongewenste mensen van Gaza.
Hetzelfde geldt voor Libanon, een land dat nu wordt geconfronteerd met een ongekende situatie van miljoenen ontheemden. De afgelopen maanden heeft de noodkreet van de Libanese bevolking ons niet onberoerd gelaten. We blijven ook onze nabijheid verzekeren aan het onvermoeibare werk van de medewerkers van ons Heilig Familie Ziekenhuis in Bethlehem, een plaats in het ‘hart’ van het christendom die al haar lijden toont in wederom een delicate historische periode.
Ik ben trots op, en tegelijkertijd ontroerd door, de toewijding en inzet van onze vrijwilligers en ondersteuners wereldwijd. Onder de vele tragedies van oorlog mogen we onze broeders en zusters uit Oekraïne niet vergeten, die fysiek en psychisch zwaar op de proef worden gesteld door dit schijnbaar eindeloze conflict. In geloof weet ik dat onze gebeden werkelijk elke hoek van de wereld bereiken, waar onze associaties en humanitaire instellingen ijverig de rechten en waardigheid van ieder mens verdedigen en bevorderen.
In Rome zal paus Franciscus spoedig de Heilige Deur van het Jubeljaar van Hoop openen, zodat iedereen de zekerheid van de jubeljaar-genade mag ervaren. Een genade die, zoals de Heilige Vader zelf in de aankondiging van het Heilig Jaar stelde, “een manier is om de onbegrensde aard van Gods barmhartigheid te ontdekken.”
Ik wens u allen, in dit Heilig Jaar 2025, de genade om ‘pelgrims van hoop’ te worden, uw reis verlicht door het licht van het geloof dat ons uitnodigt om de mensheid te blijven dienen. Voor uw dierbaren en uw families bid ik dat zij een heilige Kerst van hoop mogen ervaren.
Moge God u zegenen en uw dierbaren, de zieken, de armen, de lijdenden en onze geliefde Orde van Malta.
Fra’ John Dunlap
