Audiëntie van de Vorst-Grootmeester bij Paus Franciscus
De Grootmeester van de Orde van Malta, Fra’ John Dunlap, is op 23 juni jl. in audiëntie ontvangen door Paus Franciscus in het Vaticaan. De ontmoeting, die enkele dagen na het ontslag van de Heilige Vader uit het ziekenhuis plaatsvond, is de eerste sinds Fra’ John Dunlap op 3 mei jl. werd verkozen tot 81ste Grootmeester van de Orde van Malta.
De audiëntie bood de gelegenheid om de belangrijkste projecten van de Orde te bespreken, te beginnen met de hulp aan vluchtelingen en ontheemden, die steeds meer centraal staan in de humanitaire programma’s van de Orde van Malta. Van de Oekraïne tot de rampen in de Middellandse Zee – waarover de paus terugkwam in zijn zondagse Angelus toespraak – illustreerde Fra’ John Dunlap de belangrijkste activiteiten en initiatieven van de Hulp- en Vrijwilligersteams, Associaties en Grootprioraten, die actief zijn in 120 landen met een netwerk van 95.000 vrijwilligers en 52.000 artsen, verpleegkundigen en deskundigen op het gebied van noodhulp.
Paus Franciscus luisterde aandachtig naar de woorden van de Grootmeester en spoorde de Orde van Malta aan om haar duizendjarige missie van hulp en liefdadigheid voort te zetten om de vele wereldwijde uitdagingen het hoofd te bieden.
Aan het einde van de audiëntie overhandigde de Grootmeester de Paus een zilveren medaille met daarop de geboorte van het 100.000ste kind in het Holy Family Hospital in Bethlehem, afgelopen januari. De paus overhandigde op zijn beurt een bord keramiek uit Caltagirone met daarop het pauselijke wapen.
Aan het einde van de audiëntie ontving paus Franciscus de leden van de Soevereine Raad alsmede Antonio Zanardi Landi, ambassadeur van de Orde van Malta bij de Heilige Stoel.
Fra’ John Dunlap en grootkanselier Riccardo Paternò di Montecupo hadden ook een ontmoeting met de staatssecretaris van de Heilige Stoel, kardinaal Pietro Parolin.
Dezelfde dag benoemde paus Franciscus ook kardinaal Gianfranco Ghirlanda tot de nieuwe Patronus van de Orde van Malta. De kardinaal-patroon heeft de taak om de geestelijke belangen van de Orde en haar leden te bevorderen, evenals de betrekkingen tussen de Heilige Stoel en de Orde.